Links een onderaanzicht van één van de Forelia variegator exemplaren van de eerste bladzijde. De onderkant lijkt op het eerste gezicht sterk op die van een willekeurige Piona soort, maar Forelia's hebben een duidelijk verschil: de vierde epimeren hebben (bijna) geen mediale rand omdat de naad tussen de derde en de vierde epimeren diagonaal naar beneden loopt (Davids, 1979). Deze naad is op de inzet links rood aangegeven.
Op de inzet zijn de nappenplaten met een blauw pijltje aangeduid. De nappenplatten zijn min of meer rechthoekig, de boven- en onderzijde lopen nagenoeg parallel. Dit is typerend voor F. variegator. De nappen op de bovenste binnenhoeken trekken de rechthoek ietwat in een punt, maar bij de andere Forelia soorten is die punt veel groter, of de platen zijn meer driehoekig.
De korte, ietwat bolle einden van de eerste poten zijn ook kenmerkend voor deze soort.
De nappenplaten zijn niet altijd duidelijk rechthoekig, de hoeknappen steken bij sommige exemplaren wat verder uit, zie de vergelijkende plaatjes hieronder.
Hieronder foto's van de nappenplaten van drie van de vrouwelijke exemplaren. Contrast en scherpte zijn opgevoerd om de platen duidelijk zichtbaar te maken.
Literatuur:
Zie de LITERATUURLIJST watermijten.