Zwemwants
(Platte waterwants)
Ilyocoris cimicoides
Kop en voorpoten
Grote kans dat je een paar van deze wantsen met één haal in
je schepnet hebt zitten, vooral wanneer er kroos is. Ze zijn iets minder algemeen dan
duikerwantsen en
bootsmannetjes, maar in sommige poelen wemelt het ervan. Niet dat ze
direct opvallen: zwemwantsen zijn schuw en verstoppen zich in de planten. Toch kunnen ze,
zoals de naam al zegt, uitstekend zwemmen. Als ze met snel roeiende achterpoten door het
water gaan, lijken het waterkevers met een donkere bovenkant en een zilverglanzend
luchtlaagje op de buik. Toch zijn het echte
wantsen.
Aan de oppervlakte
Achterpoot
De zwemwants kan op het droge goed lopen en in een schepnet kruipt hij snel over het
gaas in een hoekje, of in een meegeschept bosje planten.
In water zonder waterplanten is deze wants niet in zijn element, hij haalt wel lucht met de
punt van het achterlijf aan het wateroppervlak zoals een
zwemkever, maar een zwemkever kan in die positie rusten en dat kan
de zwemwants niet goed. Daarom bungelt het insect in een jampot wat hulpeloos aan het
wateroppervlak, na eerst een tijd panisch rondjes te hebben gezwommen. Met wat plantjes
erbij voelt hij zich meer op zijn gemak. Nog beter is een (klein) aquarium met bodem en
planten. Als hij daar niet wegkruipt in de planten, drukt
Ilyocoris zich schuw tegen
de bodem. Nu kunnen we hem even rustig bekijken. Van boven gezien is de vorm eirond, van de
zijkant gezien afgeplat (zoals veel wantsen), om die reden wordt hij dan ook wel "de
platte zwemwants" of "de platte waterwants" genoemd.
)¹
Veel mensen hebben een aangeboren afkeer van platte insecten. Toch is dit dier verbazend
mooi aangepast aan zijn leefwijze. De onderzijde is bekleed met een dichte laag korte
haartjes, die onder water een luchtbel vasthouden die onder water de buik de mooie
zilverglans geeft. De achterpoten zijn van brede haarzomen voorzien en vormen daarmee
krachtige peddels. De kop is gestroomlijnd met een een vloeiende, ronde vorm. De ogen lijken
het dier een agressieve uitdrukking te geven.
)² Verder vallen de
vreemde voorpoten op, die wat op kreeftenscharen lijken. De
femur (het
"dijbeen") van deze poot is breed door de sterke spieren en heeft een groef. De
met elkaar vergroeide
tibia (scheenbeen) en
tarsus(voet) vormen een soort
klauw, die krachtig in de groef van het dijbeen gedrukt kan worden. Het grimmige doel van
deze constructie zal duidelijk zijn: wat in die scherpe klauwen belandt komt er nooit meer
levend uit. De voorpoten lijken wat op de moordende zuigkaken van de
larve van de geelgerande watertor. De klauwen van de
zwemwants zijn echter niet hol. Voor het leegzuigen van de slachtoffers heeft de zwemwants
een vlijmscherpe snavel, waarmee hij beurtelings giftige verterende sappen in de prooi spuit
en de verteerde brij opzuigt. Ook in mensenvingers kan deze giftige injectienaald diep
doordringen: wees gewaarschuwd, onderzoekers die geprikt werden vonden het minstens zo erg
als een wespensteek! Onder de dekvleugels hebben alle zwemwantsen vleugels van volledige
lengte. De meeste exemplaren zouden niet kunnen vliegen omdat de vliegspieren niet of
nauwelijks ontwikkeld zijn. Er zijn echter wel vliegende exemplaren gezien!
)³ In het voorjaar schijnen de mannetjes soms geluid te maken. Na de paring,
waarbij het mannetje net als bij andere waterwantsen scheef links op het vrouwtje zit,
worden de eitjes in planten gestoken. Die zijn daardoor moeilijk te vinden.