Deze kever is in Nederland heel algemeen. De determinatie is niet helemaal zeker. De zeldzamere R. suterellus zou het ook kunnen zijn, of de zeer zeldzame R. aberratus, maar gezien ook de vindplaats niet waarschijnlijk (van Nieukerken, 1992). De kenmerkende vage zwarte achterrand van het pronotum is op deze foto wat bleek (door het flitslicht?), op andere plaatjes is hij meer uitgesproken aanwezig.
Op de detailuitsnedes van de wat onduidelijke foto links, is te zien dat dit een mannelijk exemplaar is, met zuighaartjes op verbrede tarsen en, kenmerkend voor deze soort, lange klauwen. Het bovenste plaatje: de rechter voorpoot, de onderste de rechter middenpoot.
De lange klauwen helpen het mannetje waarschijnlijk om zijn positie tijdens de paring te kunnen handhaven.
De achterpoten hebben een dubbele rij zwemharen, bij veel Dytiscidae heeft het vrouwtje daar een enkele rij. Of dat bij deze soort ook zo is, weet ik niet.
De plaatjes op deze pagina zijn diascans. Enkele zijn pas gescand toen de dia's al wat ouder waren. Ze hebben daarom helaas niet de kwaliteit die op deze website nagestreefd is.
Op de detailuitsnede van de eveneens wat onduidelijke foto links, zien we de lange klauwen aan de rechter voorpoot, ook de verbrede tars van die poot is zichtbaar. Op de verbreding zit een flink aantal zuighaartjes. Samen met de lange klauwen geven ze het mannetje houvast op het gladde rugschild van het vrouwtje.
De kleur van de onderzijde is met deze belichting niet goed te zien, maar er is in elk geval een geel stuk aanwezig. Dat zou passen bij deze soort.
Let op de grote luchtbel: de kever perst af en toe wat lucht onder de dekschilden weg, om de zuurstof uit het omringende water op te nemen. Daarna zuigt hij de bel weer naar binnen.