De palpen van Limnesia marmorata zijn nagenoeg gelijk aan die van Limnesia maculata. Ze zijn slank, d.w.z. niet dikker dan de poten en relatief kort. Onder het 2e lid met zit een kegelvormige verdikking, daarop zit een korte, stevige stift die naar achteren wijst. Op de foto's hierboven is die stift links (mannetje) vaag te zien, rechts (vrouwtje) is hij duidelijker afgebeeld. Op de inzetjes: de stiftjes op pixel-niveau, het contrast sterk verhoogd.
Hieronder de onderkant van het mannetje (links) en het vrouwtje (rechts). De genitaalvelden zijn op de detailafbeeldingen te zien. Zoals bij alle Limnesia's heeft het mannetje een opening tussen de beide kleppen, waardoor de omtrek min of meer rond is. Bij het vrouwtje is de omtrek meer rechthoekig omdat de kleppen tegen elkaar aan liggen. Typerend voor marmorata is dat de afstand tussen de voorste twee nappen en de achterste vier relatief groot is, waardoor het genitaalveld wat langgerekter is dan bij L. maculata (van Haaren & Tempelman 2009).
Viets (1936) noemt de klierporie, die voor het middenhoekpunt van de vierde epimeren ligt, Glandula Limnesiae. Op het 2e plaatje hierboven zijn de linker en rechter porie duidelijk te zien. Ze zijn hier duidelijk trapeziumvormig omlijnd, net als op de foto van Van Haaren & Tempelman (2009).
Op het plaatje hieronder tenslotte nog wat details. Links de punt van de vierde l. achterpoot v.h. mannetje. Er zit geen klauw aan, zoals bij alle Limnesia's (Piersig 1897, Viets 1936). Daarnaast de dubbele klauw aan de punt v.d. derde l. achterpoot. Midden: detail 1e en 2e epimeren mannetje en vrouwtje. Rechts: typische lijntjes op het achterlijf v.h. vrouwtje
Zie de LITERATUURLIJST op de eerste bladzijde over deze soort.