Mijn vriendin ontdekte deze wonderlijke, kleine larve ( 2.8 mm) die, met de
buik naar boven, traag onder de waterspiegel langs "gleed" als een mini-waterslak. Op de
afbeelding is hij van bovenaf gefotografeerd, je kijkt dus naar de buikzijde. Met de vreemde
wratachtige uitsteeksels en de lichaamsvorm lijkt de larve op die van een mierenleeuw. De larve
heeft een bolle rug, de buikzijde is vlakker. Door zijn lage gewicht wordt de larf tegen het
oppervlaktevlies geduwd. De poten steken bij het glijden door het wateroppervlak heen, de
meeste voortstuwing komt van het achtereinde wat hij als een spanrups gebruikt. Dit alles om
met maaiende bewegingen van de kop, waar borstels aan zitten, eetbare deeltjes van het
wateroppervlak te vegen.
Let op de flinke kaken: het dier buigt af en toe de kop dieper het
water in om een watervlo te grijpen. Ook "struint" hij in algen en waterplanten. De larve wordt
uiteindelijk 8 mm. Over de verpopping weet ik niets, waarschijnlijk kruipt de larve vanuit het
water in de oever.
De kever is ook bol en kruipt ook vaak onder de waterspiegel langs. Hij komt voor in sloten met veel waterplanten en zit graag in detritus en modder. De sloot mag behoorlijk vervuild zijn. De vrouwtjeskever doet aan broedzorg: ze spint een zakje voor de eieren, wat ze een tijd lang met de achterpoten meesleept, zodat ze praktisch alleen de voorpoten kan gebruiken.
De drie op de larve zittende oranje dingetjes zijn watermijten in een parasitair, pootloos stadium. Ze zuigen lichaamssap uit de larve tot ze volgroeid zijn. Binnen de bolletjes vormt zich dan een nieuw stadium (met pootjes) van de mijt. Uiteindelijk scheuren de bolletjes open en de mijten zwemmen weg.